Co-teaching in de praktijk! 

Assisterende co-teaching in type 9. 

Tijdens mijn praktijkonderzoek in type 9, onderbouw, heb ik verschillende mogelijkheden van assisterende co-teaching uitgeprobeerd. Ik zal enkele situaties beschrijven, mijn conclusies i.v.m. het uitgevoerde concept noteren én de link leggen met ASS. Om verwarring te vermijden zal ik spreken over de leerkracht (de lesgevende onderwijsprofessional) en de ondersteuner (de assisterende onderwijsprofessional).

voorbeeld 1

De leerkracht start de leesles klassikaal op. Zij vraagt de leerlingen een goede kijk- en luisterhouding aan te nemen. De leerkracht geeft een klassikale instructie i.v.m. de werkbladen die de leerlingen zelfstandig zullen maken.

De ondersteuner is aanwezig in het klaslokaal, maar uit het zicht van de leerlingen. Enkel wanneer de kijk- en luisterhouding van de leerlingen verzwakt, komt de ondersteuner in beeld. De ondersteuner gaat naar de leerlingen toe om hen te wijzen op hun houding. Deze verwijzing gebeurt met gebaren, mondeling of m.b.v. pictogrammen.

 

 

 

 

 

http://www.sclera.be/nl/vzw/home

 

Conclusies i.v.m. assisterende co-teaching.

Deze vorm van co-teaching is zeer dankbaar voor de leerkracht aangezien zij haar instructie op een vlotte manier kan overbrengen. De leerkracht moet de instructie niet steeds onderbreken om de leerlingen op een goede kijk- en luisterhouding te wijzen. Ook komt dit ten goede aan de leerlingen doordat hun concentratie niet wordt afgeleid door constante onderbrekingen. De ondersteuner grijpt enkel in wanneer dit nodig is en spreekt enkel de ‘afwijkende’ leerlingen aan. Na verloop van tijd zullen de leerlingen gewend zijn aan het vasthouden van de kijk- en luisterhouding, of zal de leerkracht in staat zijn de leerlingen hierop te wijzen zonder de instructie te onderbreken doordat de leerkracht de handelingen en/of hulpmiddelen van de ondersteuner overneemt.

ASS – link

Tijdens het onderzoek merkte ik dat de leerlingen zeer sterk gefocust zijn op de structuur van de leeslessen. Bij het omwisselen van de rollen (leerkracht & ondersteuner) was het voor de leerlingen zeer moeilijk om zich te concentreren op de inhoud van de instructie. De leerlingen waren eerder gefocust op de manier waarop de instructie gegeven werd, dit was niet volledig hetzelfde als bij de leerkracht.

 

voorbeeld 2

Tijdens de leesles wordt een letterbingo gespeeld. De leerlingen vullen de bingo-kaart in met verschillende schrijfletters. De leerkracht toont kaartjes waarop de leesletters staan afgebeeld. De leerlingen ‘lezen’ de leesletter, zoeken de schrijfletter op de eigen bingo-kaart en doorstrepen deze schrijfletter. Er is één leerling die moeite heeft met de koppeling van lees- en schrijfletters. Ook kan hij de schrijfletters onvoldoende vormen waardoor hij niet meer weet welke letters hij neerschreef op zijn bingo-kaart. De ondersteuner neemt tijdens de bingo plaats naast deze leerling. De ondersteuner helpt de leerling met de organisatie van het werkblad, het schrijven van de letters, het gebruik van de letterkaart, …

 

Conclusies i.v.m. assisterende co-teaching.

De leerkracht kan zich focussen op het verloop van de bingo. Zij neemt de leerlingen onder haar hoede, de ondersteuner zorgt ervoor dat de leerling met moeilijkheden ook kan deelnemen aan dit lesonderdeel. Er is sprake van een individuele begeleiding. Na verloop van tijd kan de ondersteuner de problemen/moeilijkheden correct inschatten én kan zij op zoek naar bruikbare hulpmiddelen. Trial and error! 

ASS – link

Voor leerlingen met ASS is het vaak nodig dat nieuwe hulpmiddelen  ingeoefend worden. Dankzij de assisterende co-teaching werd deze inoefening mogelijk. Wanneer de leerling voldoende vaardig is om de hulpmiddelen zelfstandig te gebruiken zal de taak van de ondersteuner overbodig worden.

 

voorbeeld 3

De leerkracht geeft een klassikale instructie i.v.m. het uitwerken van een werkblad. De leerkracht bevraagt de leerlingen; ‘Wie weet niet wat hij/zij moet doen?’. De leerkracht verwijst deze leerlingen naar de ondersteuner. De ondersteuner neemt plaats aan de tafel zodat zij de werkbladen van alle leerlingen kan bekijken. De leerkracht wandelt in de leerhoek tussen de leerlingen om de werkbladen van de zelfstandige leerlingen te controleren én om hen extra werkbladen te geven.

 

Conclusies i.v.m. assisterende co-teaching.

Dankzij  assisterende co-teaching is het mogelijk om gedifferentieerder les te geven. De leerkracht doorloopt de leerstof met de sterkere leerlingen, zij geeft klassikale instructies, controleert de werkbladen en laat de leerlingen uitbreidingstaken uitvoeren. De ondersteuner zorgt ervoor dat de zwakkere leerlingen de basistaken afgewerkt hebben. Zij herhaalt de instructie, deelt de instructie op in enkelvoudige opdrachten, gebruikt hulpmiddelen, … De leerkrachten hebben op deze manier voldoende oog voor alle leerlingen.

ASS – link

Sinds de opstart van deze methode was er geen vast onderscheid tussen sterke/zwakke leerlingen. De opsplitsing van de groepen was sterk afhankelijk van de opdracht die gegeven werd. Ook de rol van de onderwijsprofessionals was variabel. Er zat geen vast patroon in de rolverdeling, maar de leerlingen vonden dit geen probleem. Wel merkte ik op dat sommige leerlingen steeds aangaven de opdracht niet te begrijpen zodat zij deze bij de ondersteuner mochten maken. Voor leerlingen met ASS is het niet evident om wekelijks tot een ander groepje te behoren. Sommige leerlingen vervallen in stereotiepe keuzes.  

 

Algemene conclusie! 

Enerzijds kan assisterende co-teaching zinvol zijn voor leerlingen met ASS om de zelfstandigheid te stimuleren. Het gebruik van hulpmiddelen is een belangrijke troef om deze zelfstandigheid te verhogen. Leerlingen met ASS moeten vaak het gebruik van  hulpmiddelen aangeleerd krijgen.

Dankzij assisterende co-teaching is het mogelijk om moeilijkheden vlotter op te sporen én om het gebruik van hulpmiddelen effectief in te oefenen. Doordat er steeds twee onderwijsprofessionals in de klas aanwezig zijn, krijgen ook de sterkere leerlingen voldoende aandacht. Alle leerlingen worden in het eigen klaslokaal geholpen, dit biedt veiligheid.

Anderzijds kan assisterende co-teaching ervoor zorgen dat leerlingen  met ASS vastroesten in de aangeboden extra structuur en/of hulp. Leerlingen met ASS zijn sterk gefocust op de structuur van de lessen. Bij het wegvallen (of aanpassen) van de taakinvulling van de ondersteuner valt mogelijk ook de structuur van de leerlingen weg. De rolverdeling van de onderwijsprofessionals kan variabel zijn, maar ook dit moet tijdig gecommuniceerd worden naar de leerlingen. Leerlingen met ASS vinden structuur belangrijk, zij zijn gefocust op de handelingen/verwoordingen van een leerkracht. Wanneer de onderwijsprofessionals de rolverdeling wisselen, kan dit spanningen teweegbrengen bij de leerlingen.

Echter, het leren omgaan met deze spanningen kan doorheen de schoolcarrière van de leerlingen ingeoefend worden. Deze vaardigheid kan een meerwaarde zijn om vlotter te kunnen omgaan met de afwisseling van leerkracht in een vervolgopleiding (BuSO, regulier SO).