ASSISTERENDE CO-TEACHING

- Wat is assisterende co-teaching? (Een korte, theoretische toelichting.)
- Waar kan assisterende co-teaching georganiseerd worden? (In welke type 9 - klassen kan dit aan bod komen?)
- Hoe kan assisterende co-teaching georganiseerd worden? (Een link naar het praktijkonderzoek.)
- Wie kan een assisterend co-teaching-traject aangaan? (Welke mogelijkheden zijn er in type 9?)
- Hoelang duurt een assisterend co-teaching-traject?
- Waarom passen we assisterende co-teaching toe? (Wat zijn de voordelen? Wat zijn de nadelen?)
Wat is assisterende co-teaching?

Assisterende co-teaching betekent dat er één leerkracht lesgeeft, instructies geeft, de leerlingen ondersteunt bij het maken van opdrachten, … Deze leerkracht staat vooraan in de klas, in de nabijheid van het schoolbord of het instructiemateriaal. (Deboes, 2017; Koot, 2017; Struyen, Coubergs, Gheyssens, & Engels, 2015)
Een andere leerkracht is aanwezig in het klaslokaal, maar bevindt zich tussen de leerlingen. Deze leerkracht ondersteunt enerzijds de leerkracht door ervoor te zorgen dat de leerlingen een degelijke kijk-, luister- en werkhouding aannemen. Anderzijds ondersteunt deze leerkracht de leerlingen tijdens het uitwerken van opdrachten. Deze ondersteuning kan praktisch en/of inhoudelijk zijn. (Deboes, 2017; Koot, 2017; Struyen, Coubergs, Gheyssens, & Engels, 2015)
Waar kan assisterende co-teaching georganiseerd worden?
Assisterende co-teaching kan in alle klassen van type 9 toegepast worden.
Dit model kan een hulpmiddel zijn om de zelfstandigheid van de leerlingen te stimuleren.
De lesgevende leerkracht verzorgt de inhoudelijke invulling van de les, de ondersteunende leerkracht geeft de leerlingen richtlijnen om te groeien in zelfstandigheid.
Vanuit deze denkwijze kan ik besluiten dat assisterende co-teaching zinvol is voor alle leerlingen, maar dat dit afgebouwd kan worden doorheen de schooljaren.
(vb. onderbouw – middenbouw – bovenbouw)
onderbouw
- De leerkracht vraagt de leerlingen een degelijke kijk- en luisterhouding aan te nemen alvorens zij haar instructie start. De leerkracht maakt gebruik van pictogrammen, zij bevestigt de pictogrammen op het schoolbord. De ondersteuner verwijst naar de pictogrammen wanneer de leerlingen een afwijkende kijk- en luisterhouding aannemen. Deze verwijzing kan klassikaal of individueel. De ondersteuner verwijst naar de klassikale pictogrammen of hanteert individuele pictogrammen. (vb. Ik zit rechtop. Ik ben stil. Ik kijk naar de leerkracht. Ik luister naar de leerkracht.)
- Hulp bieden bij het aannemen (en vasthouden) van een degelijke werkhouding door de leerlingen te herinneren aan pictogrammen. (De pictogrammen hangen aan het klasbord.) De ondersteuner toont de betreffende pictogrammen aan de leerling die een afwijkende werkhouding aanneemt. (vb. Ik zit rechtop. Ik ben stil. Ik steek mijn vinger op.)
- Het aanreiken van hulpmiddelen. De ondersteuner plaatst hulpmiddelen op de bank van de leerling die moeilijkheden ondervindt. Zij start het gebruik van het hulpmiddel op i.s.m. de leerling. (vb. een letterkaart, een getallenlijn, een afdekkaart, …)
middenbouw
- De leerkracht vraagt de leerlingen een degelijke kijk- en luisterhouding aan te nemen alvorens zij haar instructie start. De leerkracht maakt gebruik van pictogrammen, zij bevestigt de pictogrammen niet op het schoolbord. Tijdens het instructiemoment wandelt de ondersteuner rond, zij deelt mini-pictogrammen uit aan de leerlingen die een afwijkende kijk-, luister- en werkhouding aannemen.
- De ondersteuner verwijst naar een hulpmiddel. Zij kan verwoorden welk hulpmiddel de leerlingen nodig hebben, maar is niet verplicht om dit te benoemen. De leerlingen nemen het hulpmiddel en gebruiken dit zelfstandig.
- De ondersteuner ziet toe op het zelfstandig opbergen van materialen en werkbladen. Zij biedt hulp bij het ordelijk opruimen van individueel lesmateriaal.
bovenbouw
- De ondersteuner verwijst naar een hulpmiddel, zonder het hulpmiddel te benoemen. De leerlingen nemen het hulpmiddel en gebruiken dit zelfstandig.
- De ondersteuner ziet toe op het zelfstandig hanteren van correctiesleutels. Zij biedt hulp bij het ordelijk opruimen van klassikaal lesmateriaal.
Hoe kan assisterende co-teaching georganiseerd worden?
Doorheen mijn praktijkonderzoek ben ik op zoek gegaan naar assisterende co-teaching die reeds aanwezig was tijdens de lessen, maar ging ik ook op zoek naar extra assisterende middelen om de lessen gedifferentieerder te kunnen overbrengen. Tijdens dit proces leerde ik dat de ondersteuning vaak in kleine dingen verscholen zit.
Wie kan een assisterend co-teaching-traject aangaan?
De rol van leerkracht wordt meestal ingevuld door de klasleerkracht. De rol van de ondersteuner kan ingevuld worden door een ambulante (zorg-)leerkracht, een therapeut (logo, ergo, kiné, ortho) of een vakleerkracht (blio). Echter, tijdens sommige lesmomenten kunnen therapeuten of vakleerkrachten de rol van de leerkracht overnemen. (vb. logo => leesles, blio => rekenles, …) De keuze zou gebaseerd moeten worden op de vaardigheden/kennis van de onderwijsprofessionals.
Eventueel kunnen ook oudere leerlingen ingeschakeld worden als ondersteuner tijdens bepaalde lesmomenten. Deze leerlingen kunnen geselecteerd worden op basis van een vervolgopleiding, het inzetten van talenten, het stimuleren van verantwoordelijkheid, …

Hoelang duurt een assisterend co-teaching-traject?
De duur van het traject is afhankelijk van het doel dat vooropgesteld werd.
De leerkracht én de ondersteuner bepalen wanneer het traject beëindigd wordt.
Waarom passen we assisterende co-teaching toe?
voordelen :
- De leerlingen worden korter opgevolgd. (Problemen worden sneller opgemerkt.) => cognitief, werkhouding, …
- De leerkrachten hebben meer tijd om individuele leerlingen hulp te bieden, om een taak samen uit te voeren.
- Aanpassingen in leerstof, niveau en tempo worden mogelijk.
- De leerkracht leert specifieke handelingen van de ondersteuner.
nadelen :
- De leerkrachten blijven vasthouden aan het klassikale lesgeven waardoor differentiatie beperkter aan bod komt.
- De lesinhoud wordt door de leerkracht voorbereidt. Bij het uitvoeren van de taken ontdekt de ondersteuner moeilijkheden. (vb. de correcte benoeming van een afbeelding)
- De ondersteuner wordt aanzien als een leerkracht voor leerlingen die niet zelfstandig kunnen werken.
Maak jouw eigen website met JouwWeb